Ezekiel 9

Pas dan zal mijn toorn tot rust komen. Dan zal ook heel Israël weten dat Ik mijn dreigementen uitvoer. 1Zo zal Ik u te kijk zetten voor de u omringende volken en voor iedereen die langs de ruïnes van uw land trekt. 2De wereld zal u uitlachen en u zult een afschrikwekkend voorbeeld zijn van wat gebeurt als de Here zijn vreselijke straf op een heel volk laat neerkomen. Ik, de Here, heb het gezegd! 3Dodelijke pijlen van honger zal Ik op u laten neerregenen om u te vernietigen. De honger zal steeds nijpender worden, totdat er ten slotte geen brood meer is. 4En niet alleen zal er honger zijn, ook de wilde dieren zullen u aanvallen en uw kinderen doden, ziekten en oorlog zullen uw land teisteren en het zwaard van de vijand zal u afslachten! Ik, de Here, heb het gezegd!” ’ 5

Profetie tegen de bergen van Israël

6Opnieuw kwam er een boodschap van de Here: 7‘Mensenzoon, kijk naar de bergen van Israël en profeteer tegen hen. 8Zeg tegen hen: “Bergen van Israël, luister naar de boodschap van de Oppermachtige Here voor u en voor de rivieren en de dalen: Ik, de Here, zal oorlog over u brengen en uw afgoden vernietigen. 9
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Ez. 6:5.
10
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Ez. 6:4-5.
Uw heidense altaren zullen worden verwoest en uw wierookbranders verbrijzeld. Uw mensen zal Ik voor uw afgodsbeelden afslachten en hun lijken daar laten liggen. Hun beenderen zullen rond uw altaren worden gestrooid.

11Overal waar u woont, zullen de steden verwoest en de offerplaatsen vernietigd worden. Uw altaren zullen verlaten zijn, uw afgodsbeelden en uw reukwerkbranders zullen verbrijzeld zijn.
Copyright information for NldHTB